Zoeken
Overzicht
Print linkerkant
Print rechterkant
Print beide zijden
SAMEN HET MAXIMALE UIT JEZELF HALEN. BRON: ONDERWIJSVISIESAMEN HET MAXIMALE UIT JEZELF HALEN. BRON: ONDERWIJSVISIEINHOUDSOPGAVE ONDERWIJSVISIE AVANS HOGESCHOOL AAN DE SLAG AVANS AFGESTUDEERDE: EEN STARTBEKWAME EN TOEKOMSTBESTENDIGE BEROEPSPROFESSIONAL Startbekwaam en beroepsgericht Toekomstbestendig De docent als voorbeeld voor de student Een betrokken werkveld KLEINSCHALIG ONDERWIJS MET PASSENDE LEERROUTES Leren = samen in ontwikkeling Een passende leerroute voor de student Een leeromgeving waarin de student het maximale uit zichzelf haalt De didactisch bekwame docent: blijvend in ontwikkeling FOCUS OP DE ONTWIKKELING VAN DE STUDENT Studieloopbaanbegeleiding Toetsing Het leerproces staat centraal | 4 | 8 | 12 | 17 | 18 | 21 | 21 | 22 | 25 | 26 | 27 | 27 | 28 | 31 | 31 | 31 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3 3ONDERWIJS VISIE AVANS HOGESCHOOL.“Avans Hogeschool daagt studenten uit om het maximale uit zichzelf te halen. De focus ligt daarbij op de ontwikkeling van de student. Bij onze afwegingen staat het faciliteren van het leerproces van de student centraal. We kiezen voor kleinschalig, beroepsgericht onderwijs met passende leerroutes. Een afgestudeerde student van Avans Hogeschool is in het bezit van de benodigde beroepscompetenties en heeft een lerende, onderzoekende, ondernemende en verantwoordelijke houding. Dit biedt hem de mogelijkheid en geeft hem het vertrouwen om zichzelf als professional voortdurend te ontwikkelen. Een Avansstudent is verzekerd van een toekomstbestendige opleiding, die aansluit bij de vereisten van het toekomstige werkveld en een veranderen- de samenleving.” Deze onderwijsvisie beschrijft het gezamenlijke beeld van Avans Hogeschool gericht op 2020 voor het voltijdonderwijs van de associate degree-, bachelor- en masteropleidingen. In deze visie staan de leeropbrengst en het leerproces van de student centraal. We halen het maximale uit onze studenten. We sturen op prestaties in ons onderwijs. Een belangrijk element daarin is het sturen op de ontwikkeling van onze studenten. Dit verhoogt de kwaliteit van ons onderwijs en daarmee de kwaliteit van de afgestudeerden. Bij Avans Hogeschool zijn opleidingen dan ook altijd accreditatiewaardig. “ Net als de student blijven wij onszelf maximaal ontwikkelen.” 6VOORTBOUWEN OP EEN SUCCESVOLLE BASIS We verstevigen de koppositie die Avans Hogeschool inneemt. We bouwen met deze onderwijsvisie voort op de koers die jaren geleden is ingezet. We organiseren kleinschalig onderwijs voor grote groepen studenten, zodat onze docent zijn studenten echt kent. We stimu- leren studenten om tenminste 40 uur per week actief bezig te zijn met hun studie. We dagen ze daartoe uit met een gedifferentieerd onderwijsaanbod. Avans Hogeschool is continu op zoek naar manieren om het onderwijs aantrekkelijker, effectiever en efficiënter te maken. Dit doen we onder andere door de nieuwste inzichten over de werking van het adolescente brein in ons onderwijs te verwerken. De onderwijsvisie bestaat uit 3 doelstellingen: 1. Opleiden van de student als startbekwame en toekomstbestendige beroepsprofessional 2. Aanbieden van kleinschalig onderwijs met passende leerroutes 3. Focus leggen op de ontwikkeling van de student LEESWIJZER In het hoofdstuk ‘Aan de slag’ staan de concrete uitgangspunten. De doelstellingen werken we uit in hoofdstuk 1, 2 en 3. Aan het eind van ieder hoofdstuk geven we aan wat de doelstelling betekent voor onze docenten. Die helpen de opleiding om de onderwijsvisie te vertalen naar de praktijk. Vanwege de leesbaarheid is steeds ‘hij’ gebruikt in de tekst. Overal waar ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ worden gelezen. 7AAN DE SLAG.Elke opleiding van Avans Hogeschool heeft een eigen achtergrond en unieke kenmerken en bevindt zich in een eigen fase van ontwikkeling. Vandaar dat een opleiding de onderwijsvisie vertaalt naar haar karakteristieken. De uitgangspunten uit de visie dienen daarbij als leidraad. Dit creëert ruimte om de onderwijsvisie verder aan te scherpen en te vertalen naar wat dit betekent voor de opleiding. De academies geven in een plan van aanpak de specifieke invulling aan van ieder uitgangspunt en beschrijven hoe, waar en wanneer ze dit in hun onderwijs verwerken. 10UITGANGSPUNTEN ONDERWIJSVISIE De opleiding is altijd accreditatiewaardig. HOOFDSTUK 1: STARTBEKWAME EN TOEKOMSTBESTENDIGE BEROEPSPROFESSIONALS 1.1 De opleiding heeft toekomstbestendige partnerschappen met het werkveld. Samen met hen zorgt de opleiding voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs. 1.2 De leerdoelen binnen de opleiding zijn afgeleid van de eindkwalificaties van een startbekwame en toekomstbestendige beroepsprofessional. De afgestudeerde heeft een lerende, ondernemende, onderzoekende en verantwoordelijke houding. 1.3 De opleiding heeft onderwijseenheden waar de student multidisciplinair samenwerkt. 1.4 De opleiding verweeft de internationale context van het beroep in het curriculum. Een student beheerst na afronding van de opleiding een vreemde taal op B2-niveau. 1.5 De docent wordt ingezet op zijn kracht. Hij is didactisch en vakinhoudelijk bekwaam en blijft zich ontwikkelen om zijn onderwijs te verbeteren. De docent heeft een actieve binding met de beroepspraktijk. 1.6 De actuele beroepspraktijk staat centraal binnen de opleiding. HOOFDSTUK 2: KLEINSCHALIG ONDERWIJS MET PASSENDE LEERROUTES 2.1 Binnen de opleiding kennen studenten en docenten elkaar. 2.2 Het onderwijs wordt ontwikkeld en uitgevoerd op basis van de bouwstenen voor leren. 2.3 De opleiding biedt differentiatie aan in het onderwijsaanbod. 2.4 De opleiding geeft aan hoe zij de student motiveert en activeert, zodat de student een hoge mate van inspanning levert. 2.5 De docent benut de didactische mogelijkheden van ICT om het leerproces van de student maximaal te faciliteren. 2.6 De opleiding richt in overleg met de diensteenheden de fysieke leeromgeving in op een manier die het leerproces van de student bevordert. HOOFDSTUK 3: FOCUS OP DE ONTWIKKELING VAN DE STUDENT 3.1 Studieloopbaanbegeleiding maakt integraal onderdeel uit van de opleiding. 3.2 Per onderwijseenheid zijn er meerdere momenten waarop de student inzicht krijgt in zijn ontwikkeling door formatieve en summatieve toetsing. 3.3 Het afstudeerprogramma borgt dat de student laat zien dat hij beschikt over de competenties van een startbekwame en toekomstbestendige professional. Het afstuderen bestaat daarom uit meerdere toetsonderdelen. 11AVANS AFGESTUDEERDE: EEN STARTBEKWAME EN TOEKOMSTBESTENDIGE BEROEPSPROFESSIONAL.HOOFDSTUK 1 Onze student verwerft tijdens de opleiding de juiste basis- kennis en -vaardigheden om startbekwaam te zijn in het werkveld na het afronden van zijn opleiding. Maar we vragen meer van onze student. Hij moet in staat zijn om kritisch te denken, in te spelen op onbekende vraagstukken en moet een toekomstbestendige beroepshouding hebben. De lerende, onderzoekende, ondernemende en verant woor de lijke houding maakt daarom integraal onderdeel uit van de beroepsinhoudelijke basis. Onze student heeft daarmee aan het eind van zijn opleiding een diploma in handen, dat aansluit bij de eisen die het toekomstige werkveld en de veranderende samenleving stellen. Dit zien wij als een duurzame investering in de student en in de maatschappij. 1415Avans Hogeschool toetst op meerdere manieren of het onderwijs in de opleidingen aan haar ambities voldoet. Ten eerste voldoet elke opleiding vanzelfsprekend aan de accreditatie- eisen, zoals periodiek getoetst door de NVAO. Ten tweede vormen de landelijk vastgestelde opleidingsprofielen het minimumniveau voor onze afgestudeer- den. Ten derde voert elke opleiding overleg met een vertegenwoordiging van het werkveld over het opleidingspro- gramma en de opleidingskwalificaties en ten vierde ambieert Avans Hogeschool voor haar opleidingen dat tenminste 75% van de respondenten in de NSE-enquête tevreden of zeer tevreden is over de opleiding (score 4 of 5). 16De landelijk vastgestelde opleidingsprofielen vormen het uitgangspunt binnen ons onderwijs. Hierin is vastgelegd wat afgestudeerden van een opleidingen moeten kennen en kunnen. De student doet beroepsgerelateerde kennis op om zodoende een goede start te maken na zijn opleiding. De student ontwikkelt tijdens de opleiding ook professionele vaardigheden en een beroepshouding waarmee hij zijn kans op succes in het werkveld vergroot. De beroepspraktijk speelt vanaf dag één een belangrijke rol in de opleiding. Dit zorgt ervoor dat de afgestudeerde weet wat er speelt in het werkveld. In de beroepspraktijk zien we steeds vaker samenwerking tussen verschillende disciplines. Daarom zorgen we ervoor dat onze student ervaring opdoet met multidisciplinair samenwer- ken. Zo komen verschillende opleidingen samen bij het oplossen van een probleem. Onze afgestudeerde is vaak werkzaam in de regio, maar zijn kennis blijft niet beperkt tot een regionaal gebied. Want het werkveld heeft te maken met een globaliserende omgeving. Een brede horizon is van groot belang in een wereld waarin de grenzen vervagen. Daarom besteden we in het curriculum aandacht aan de internationale context van het beroep. Dit maakt onze afgestudeerde tot de startbekwame professional waaraan de praktijk behoefte heeft. 1.1 STARTBEKWAAM EN BEROEPSGERICHT 17Lerende houding De afgestudeerde van Avans Hoge- school staat nooit stil. Hij ontwikkelt zich verder tijdens zijn loopbaan. Hij functioneert goed in een veranderend beroepenveld. Dat kan omdat de student zich tijdens zijn opleiding bij Avans Hogeschool een lerende houding aanmeet. Hij is in staat om informatie te vinden en op waarde te schatten. Hij denkt kritisch en geeft betekenis aan informatie. Vanaf de start van de opleiding staan ‘leren leren’ en ‘blijven leren’ centraal. Onderzoekende houding De opleiding staat voor de vorming van een onderzoekende houding. Met andere woorden: onze afgestudeerde is nieuwsgierig, heeft een kritische blik en maakt analyses. Daarom zet Avans Hogeschool in op de ontwikkeling van het reflectieve en kritische denkver- mogen van de student. Eén van de manieren waarop de student leert, is door het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Dit soort onderzoek wordt ingegeven door het werkveld en de opgedane kennis draagt direct bij aan de beroepspraktijk. Het zelfstandig uitvoeren van onderzoek draagt bij aan de onderzoekende houding en prikkelt de nieuwsgierigheid. Daarnaast leert de student om kennis uit onderzoek van anderen te interpreteren en toe te passen. “ De afgestudeerde is een start be kwame professional met een lerende, onder zoekende, ondernemende en verantwoordelijke houding.” 1.2 TOEKOMSTBESTENDIG 18Verantwoordelijke houding Bij Avans Hogeschool leiden we startbekwame beroepsprofessionals op met een verantwoordelijke houding. Dit stelt de student in staat om zijn eigen morele, ethische en kritische oordelen te maken. De afgestudeerde is zich bewust van de verschillende morele en ethische opvat tingen die een rol spelen in zijn werk en leven. Daarnaast draagt hij de verantwoordelijkheid voor de afwegingen die hij maakt. De afgestudeerde is zich ervan bewust dat zijn keuzes niet alleen hemzelf en het heden raken, maar ook consequenties hebben voor zowel zijn omgeving als toekomstige generaties. Hij denkt integraal. Onze afgestudeerde reflecteert op zijn eigen professionaliteit, de ontwikkelingen in zijn beroep en hoe hij functioneert binnen de samenleving. Avans Hogeschool draagt uit overtuiging bij aan de persoonsvorming van de stu- dent tot ‘bewuste burger’. Ondernemende houding Een Avansstudent ontwikkelt een onder- nemende houding. Om zover te komen bieden we onze student de ruimte en de mogelijkheden om actief op zoek te gaan naar kansen om nieuwe initiatie- ven te ontplooien. We laten studenten in hun opleiding kennismaken met het zelfstandig ondernemerschap en we stimuleren en begeleiden initiatieven van studenten op het gebied van onderne- merschap. Daardoor vergroten we de kans dat studenten kiezen voor een toekomst als zelfstandig ondernemer. Ook diegenen die niet kiezen voor een toekomst als zelfstandig ondernemer stimuleren we om een proactieve, onder- nemende houding te ontwikkelen waarin ze kansen leren zien en benutten. 19De Avansdocent is een belangrijke succesfactor in de ontwikkeling van de student. Onze docent inspireert en motiveert de student om een grote inspanning te leveren. Hij is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie. Ook de docent heeft een lerende, onder nemende, onderzoekende en verantwoordelijke houding. Continu actualiseert hij zijn onderwijs en hij professionaliseert en specialiseert zich waar nodig. Hij werkt samen met collega’s om zichzelf en het onderwijs te verbeteren.Onze docent heeft ervaring in de beroepspraktijk en maakt een sterke koppeling tussen theorie en praktijk. De docent heeft een actuele binding met het huidige werkveld. Zo is hij op de hoogte van de meest actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk en vertaalt hij nieuwe inzichten uit het werkveld naar het onderwijs. De student leert ook in het werkveld met professionals. Onder meer door onderzoek uit te voeren in de praktijk en door stage te lopen. Het leren in een praktijkomgeving versterkt de binding van de student met de beroepspraktijk. Iedere opleiding heeft dan ook toekomstbestendige partnerschappen met het werkveld. We betrekken het werkveld zowel bij het ontwikkelen als bij het uitvoeren van het onderwijs. We zetten docenten, gastdocenten en alumni in die hun praktijkervaring delen. Studenten leren daarnaast door in ‘real life’ projecten te participeren met professio nals uit het werkveld. “We betrekken het werkveld bij het ont wikkelen en uitvoeren van ons onderwijs.” 1.3 DE DOCENT ALS VOORBEELD VOOR DE STUDENT 1.4 EEN BETROKKEN WERKVELD 21KLEINSCHALIG ONDERWIJS MET PASSENDE LEERROUTES.HOOFDSTUK 2 Het persoonlijk kennen van de student is een voorwaarde om te kunnen focussen op zijn ontwikkeling. De student brengt namelijk zijn eigen persoonlijkheid, achtergrond en ervaringen mee. In de opleiding staat persoonlijke aandacht dan ook centraal en is het onderwijs kleinschalig georga niseerd. Het onder- wijsprogramma biedt de student de keuze uit verschillende leerroutes. De student is gedurende zijn opleiding continu maximaal in ontwikkeling. “ We kennen onze student en kunnen daardoor gericht inspelen op zijn ontwikkeling.” 24De student wordt competent door verworven kennis, vaardig- heden en houding te integreren in de beroepscontext. De student verwerft zijn competenties vaak in samenwerking met anderen. Leren is een constructief proces, waarbij de student actief kennis vergaart. Met inzet van onze kennis over leren stimuleren wij de binding tussen studenten onderling en tussen studenten, docenten en de beroepspraktijk. We combineren bij Avans Hogeschool verschillende onderwijskundige benaderin- gen om het leerproces van onze student te bevorderen. Avans Hogeschool maakt onder andere gebruik van nieuwe inzichten uit de neuropsychologie. Gezien de levensfase waarin onze student zich bevindt, vormt zijn studietijd een geschikte periode om in te spelen op de gewenste professionele groei. Het adolescente brein is volop in ontwikkeling en is goed in staat om zich aan te passen en te reorganiseren. Dat gebeurt op basis van omgevingsinvloeden. Dit biedt kansen om tijdens de opleiding een krachtig netwerk van competenties te bouwen voor de verdere loopbaan. Voorwaarde hiervoor is dat de student een actieve houding heeft en bereid is om een hoge inspanning te leveren. Recente inzichten uit de onderwijskunde en de neuropsychologie zijn vertaald naar de onderstaande ‘bouwstenen voor leren’. Deze bouwstenen gebruiken we bij de ontwikkeling van het curriculum, de blokken, de vakken en de lessen. Avans Hogeschool blijft de ontwikkelingen in de onderwijskunde en de neuropsychologie nauwgezet volgen om deze waar mogelijk te vertalen in nieuwe of aangepaste bouwstenen voor het leren. Bouwstenen voor leren • Uitdagen van de student: onze beginnende student weet niet altijd waarom hij studeert. Het langetermijndoel is vaak niet helder. Voor de student is het daarom soms lastig om vanaf dag één gemotiveerd te zijn en doorzettingsvermogen te tonen. Daarom dagen we onze student uit om inspan- ning te leveren en we motiveren hem om zich actief in te zetten. We maken gebruik van actieve werkvormen en effectieve instructies. We stimuleren een proactieve houding van de student. • Voortbouwen: we bouwen op een efficiënte manier voort op bestaande kennis en daarmee op bestaande en al krachtig aangelegde neurale verbindingen. We besteden tijd en aandacht aan de koppeling en inte gratie van informatie uit eerdere leeractiviteiten, algemene kennis en aangeleerde vaardigheden. • Herhalen: we herhalen onderwerpen binnen de opleiding. Wij variëren in de manier van herhalen door eerder behandelde informatie in verschillende contexten aan te bieden. Hierdoor beklijft het geleerde beter, maakt de student zich de informatie eigen en kan hij deze toepassen in toekomstige situaties. • Focus aanbrengen: we helpen de student focus aan te brengen door de context van het geleerde te schetsen in relatie tot de beroepspraktijk. Daarnaast beperken we het aantal afleiders in het leerproces van de student.“Less is more.” 2.1 LEREN = SAMEN IN ONTWIKKELING 25• Ontwikkelgerichte feedback: feedback geeft de student waardevolle informatie over waar hij staat in zijn leerproces en hoe hij zich verder kan ontwikkelen. We geven de student actief feedback en gaan met hem in gesprek over zijn ontwikkeling. We geven proces- gerichte feedback op de stappen die de student heeft gezet. Dat stimuleert hem om op zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen. Hij ontwikkelt daarmee zijn doorzettingsvermogen. De student gebruikt onze feedback om op zijn ontwikkeling te reflecteren. • Samen leren: de student interpreteert informatie op zijn eigen manier, op basis van zijn voorkennis en ervaringen. Iedereen slaat informatie op een andere manier op in het geheugen. Door kennis te spiegelen aan opvattingen van anderen verrijkt de student zijn kennis en maakt deze objectiever. Onze studenten leren met elkaar én van elkaar. Persoonlijke aandacht staat centraal in ons onderwijs. We hebben oog voor de persoonlijkheid en de ambities van de student. Daarom bieden we de student differentiatiemogelijkheden binnen de opleiding en binnen Avans Hogeschool, zowel op inhoud als op niveau. Het onderwijsaanbod biedt verbreding én verdieping. We begeleiden de student bij het maken van keuzes in het kader van persoonlijke ontwikkeling en ondersteunen waar nodig. Vanzelfsprekend stimuleert Avans Hogeschool de student binnen het onderwijsprogramma, maar we moedigen hem ook aan om extra-curriculaire studiegerichte activiteiten te ondernemen. “ Het leerproces van onze student is het vertrekpunt bij de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs.” 2.2 EEN PASSENDE LEERROUTE VOOR DE STUDENT 26De leeromgeving vormt de context voor allerlei activiteiten die competentieontwikkeling ondersteunen. De virtuele en de fysieke leeromgeving vormen een integraal geheel. Tijdens de ontwikkeling van ons onderwijs maken we bewuste keuzes voor de leeractiviteiten. De student werkt afwisselend individu- eel en in groepen. De docenten selecteren bewust elementen uit de virtuele en fysieke leeromgeving, die studenten onder- steunen in hun leerproces. Fysieke leeromgeving De student vindt bij ons een rijke en veilige omgeving om in te leren. De omgeving bij Avans Hogeschool is zo ingericht dat studenten en docenten elkaar ontmoeten. De student leert van het contact met medestudenten en docenten. Onze gebou- wen faciliteren de verschillende leeractiviteiten die de student uitvoert. Virtuele leeromgeving Onze student groeit op met veel technologische ontwikkelin- gen. Binnen het onderwijs benutten we ICT als een krachtig onderwijs- en leermiddel dat de leeromgeving van de student verrijkt. Voorbeelden zijn de inzet van social media in het onderwijs en het gebruik van online onderwijsmateriaal. “ De docent speelt een cruciale rol bij het succesvol inzetten van ICT in het onderwijs.” 2.3 EEN LEEROMGEVING WAARIN DE STUDENT HET MAXIMALE UIT ZICHZELF HAALT 2.4 DE DIDACTISCH BEKWAME DOCENT: BLIJVEND IN ONTWIKKELING De docent gebruikt de bouwstenen voor leren. Daardoor maakt hij het leerproces van de student effectiever en doelgerichter. Hij draagt kennis op verschillende manieren over en sluit zo goed mogelijk aan op het leerproces van de student. Door de toename van online informatie, wordt de didactische rol van de docent steeds belangrijker. We begeleiden en scholen onze docent om deze didactische rol te versterken. Ook docenten hebben verschillende achtergronden en verschillende ambities. We zetten een docent in vanuit zijn eigen kracht. Hij ontwikkelt en professionaliseert zich continu op het gebied van vakinhoud, didactiek, toetsing, ICT en onderzoek. Zo benut de docent de mogelijkheden van ICT voor didactische doelen. Hij beschikt over een combinatie van vakinhoudelijke en didactische kennis met ICT-vaardigheden. 27FOCUS OP DE ONTWIKKELING VAN DE STUDENT.HOOFDSTUK 3 Wij dagen de student uit zijn eigen ont- wikkeling te monitoren, met behulp van studieloopbaanbegeleiding en toetsing. Hierdoor krijgt de student inzicht in zijn ontwikkeling en kan hij zijn leeractiviteiten hier op aanpassen. Het leerproces van de studenten staat bij Avans centraal. 30Studieloopbaanbegeleiding is een integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. We begeleiden de student om succesvol te zijn tijdens zijn opleiding en in zijn loopbaan. Daarvoor ondersteunen we de student op het gebied van binding, matching, studievaardigheden en het maken van keuzes. Verder leert de student om zelfsturend te zijn. Zo geeft hij zelf richting aan zijn persoonlijke en professionele ontwikke- ling, tijdens de opleiding en later in zijn loopbaan. De student leert te reflecteren op zichzelf in relatie tot zijn opleiding en zijn toekomstige beroep. Toetsing vervult een certificerende rol in de opleiding. Via toetsing toont de student aan over een bepaald, vereist niveau te beschikken. Toetsing fungeert daarnaast als aanjager van het leerproces van onze student. Een toets is een meetinstru- ment om te bepalen of de student een ontwikkeling door- maakt ten aanzien van de beroepscompetenties. Het taken- pakket van een beroepsprofessional is zeer divers, daarom toetsen we de student tijdens de opleiding op verschillende momenten, op verschillende manieren en in verschillende contexten. Alle toetsen in het curriculum vormen samen een coherent toetsprogramma. Ook het afstudeerprogramma bevat meerdere toetsen. Zo komt de diversiteit aan bod van alle competenties waar een startbekwame professional over moet beschikken. We zetten toetsen gericht en betekenisvol in om de ontwik- keling van de student te bevorderen en om het bereikte niveau te toetsen. We gebruiken zowel formatieve als summatieve toetsing en geven zo actief feedback aan de student. Die feedback geeft de student inzicht in zijn huidige ontwikkeling en hoe hij zich verder kan ontwikkelen. De docent pakt zijn verantwoordelijkheid om de student te prikkelen het beste uit zichzelf te halen. Dat kan alleen als hij ook het maximale uit zichzelf haalt. Dit doet de docent door zijn onderwijs up-to-date houden, samen met zijn collega’s en professionals uit het werkveld. Avans Hogeschool biedt de tijd om dat te realiseren. Ook andere medewerkers van academies, lectoraten en diensteenheden hebben een belangrijke rol: zij ondersteunen het onderwijs. Het facilite- ren van het leerproces van de student is hierbij het uitgangs- punt. Dat blijft de kern bij afwegingen die we maken bij Avans Hogeschool. “ Onze feedback vormt een aanjager van het leerproces.” 3.1 STUDIELOOPBAANBEGELEIDING 3.2 TOETSING 3.3 HET LEERPROCES STAAT CENTRAAL 31CONTACT LIC Leer- en Innovatiecentrum Voor meer informatie ga naar iavans.nl en zoek op onderwijsvisie COLOFON Fotografie Bob van der Vlist Ontwerp L’eau Coördinatie Dienst Marketing, Communicatie en Studentenzaken Druk De Bondt grafimedia communicatie iavans.nlStudieloopbaanbegeleiding is een integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. We begeleiden de student om succesvol te zijn tijdens zijn opleiding en in zijn loopbaan. Daarvoor ondersteunen we de student op het gebied van binding, matching, studievaardigheden en het maken van keuzes. Verder leert de student om zelfsturend te zijn. Zo geeft hij zelf richting aan zijn persoonlijke en professionele ontwikke- ling, tijdens de opleiding en later in zijn loopbaan. De student leert te reflecteren op zichzelf in relatie tot zijn opleiding en zijn toekomstige beroep. Toetsing vervult een certificerende rol in de opleiding. Via toetsing toont de student aan over een bepaald, vereist niveau te beschikken. Toetsing fungeert daarnaast als aanjager van het leerproces van onze student. Een toets is een meetinstru- ment om te bepalen of de student een ontwikkeling door- maakt ten aanzien van de beroepscompetenties. Het taken- pakket van een beroepsprofessional is zeer divers, daarom toetsen we de student tijdens de opleiding op verschillende momenten, op verschillende manieren en in verschillende contexten. Alle toetsen in het curriculum vormen samen een coherent toetsprogramma. Ook het afstudeerprogramma bevat meerdere toetsen. Zo komt de diversiteit aan bod van alle competenties waar een startbekwame professional over moet beschikken. We zetten toetsen gericht en betekenisvol in om de ontwik- keling van de student te bevorderen en om het bereikte niveau te toetsen. We gebruiken zowel formatieve als summatieve toetsing en geven zo actief feedback aan de student. Die feedback geeft de student inzicht in zijn huidige ontwikkeling en hoe hij zich verder kan ontwikkelen. De docent pakt zijn verantwoordelijkheid om de student te prikkelen het beste uit zichzelf te halen. Dat kan alleen als hij ook het maximale uit zichzelf haalt. Dit doet de docent door zijn onderwijs up-to-date houden, samen met zijn collega’s en professionals uit het werkveld. Avans Hogeschool biedt de tijd om dat te realiseren. Ook andere medewerkers van academies, lectoraten en diensteenheden hebben een belangrijke rol: zij ondersteunen het onderwijs. Het facilite- ren van het leerproces van de student is hierbij het uitgangs- punt. Dat blijft de kern bij afwegingen die we maken bij Avans Hogeschool. “ Onze feedback vormt een aanjager van het leerproces.” 3.1 STUDIELOOPBAANBEGELEIDING 3.2 TOETSING 3.3 HET LEERPROCES STAAT CENTRAAL 31
i-Flipbook aan het laden